Dood door schuld

Dood door schuld

Jeanne liep naast haar bewaarder door de kille gang naar de wachtkamer, waar haar vrouw Anja wachtte. Na een wat ongemakkelijke omhelzing maakt Jeanne zich snel los. Er was zoveel schaamte, zoveel zelfhaat, dat de omhelzing alleen maar meer pijn deed. Zwijgend liepen ze de poort van de penitentiaire inrichting uit naar de auto, en zonder ook maar een keer om te kijken reden ze weg.

Jeanne vond de bezorgde blikken van Anja irritant. “wat zit je me nou aan te staren,” beet ze haar toe, haar zelfhaat voedend. “Ben je bang dat ik je vermoord of zo!” Geschokt zei Anja “dat denk ik helemaal niet! Hoe kun je zoiets zeggen!” Zwijgend reden ze verder, in een drukkende stilte.
Jeanne leefde in een voortdurende nachtmerrie. Ze had, als zo vaak, teveel gedronken en was, als zo vaak, zelf naar huis gereden. Als ze nuchter was geweest had ze het kind zeker zien aankomen en kunnen remmen. Ze schudde haar hoofd. Ze wist dat ze het verterende schuldgevoel niet veel langer meer kon verdragen. In de gevangenis ging dat nog. Het ging haar daar heel slecht, en dat voelde goed. Gepast. Maar nu was ze weer vrij, een gevaar voor haar omgeving, want iets dreef haar steeds weer tot destructief gedrag.

Wat er aan vooraf ging...

Zo’n honderd jaar terug in de tijd wankelde een boer laat in de middag de kroeg uit, wist na een aantal missers op de bok van zijn wagen te klauteren, gaf het paard een zwiep met de teugels en joeg het dier het dorp uit. Totaal beschonken bleef hij het paard opjagen en slippend nam hij de oprit en denderde het erf van zijn boerderij op. Zijn twee kleinkinderen die op het pad aan het spelen waren en met open mond naar het aanstormende geweld keken kon hij niet meer ontwijken. Toen de wagen uiteindelijk stilstond was er even een oorverdovende stilte, alsof het Leven zelf de adem inhield. Door de waas van alcohol heen hoorde hij zijn dochter gillen, en het geluid stroomde weer terug.

Twee maanden later vond zijn dochter hem in de schuur, hangend aan een dakspant. Voor de familie was de dood van de kinderen niet te bevatten en de zelfmoord van de opa een bron van schaamte. En zonder dat er sprake was van een bewuste keuze, werd er over de opa nooit meer gesproken, alsof hij nooit bestaan had.

Verstrikking

Systemisch bekeken, zien we hier dat de dader buitengesloten wordt (dood door schuld wordt door het systeem als daderschap ervaren), en het Collectieve Geweten generaties later Jeanne ‘in dienst neemt’ om de buitengesloten dader weer zichtbaar te maken. Jeanne’s leven is daardoor verstrikt geraakt met deze voorouder en met de ‘vergeten’ traumatische gebeurtenis.
Wanneer deze gebeurtenis uit het verleden in de familie-herinnering verloren gegaan is (er werd immers niet over de opa gesproken) kan dit toch vaak, bijvoorbeeld in een familieopstelling, weer zichtbaar worden. Wanneer Jeanne tegen de buitengesloten opa zeggen kan: “Ik zie je, en ik geef je een grote plek in mijn hart. Kijk alsjeblieft vriendelijk naar me wanneer ik jou je lot laat en ik mijn eigen leven leid.” kan er een helende beweging op gang komen.

Nog geen reacties

    Reageer op dit artikel

    Top