De balans tussen geven en nemen
Hans en Karin hebben na twee jaar samenwonen een appartementje gekocht in Amsterdam, en aangezien ze allebei een baan hadden was dat goed te doen.
Na een jaar begon Karin genoeg van haar werk te krijgen en wilde ze zich gaan richten op wat anders, en ze wist eigenlijk al precies wat.
Ze wilde die ene opleiding gaan volgen die haar in staat zou stellen om haar passie, haar hart eindelijk te kunnen volgen.
Hans stond daar helemaal achter en was dan ook volledig bereid om haar die ruimte te geven, zelfs toen duidelijk werd dat zij dan drie jaar lang een intensieve dagopleiding ging doen. Hans ging in plaats van vier dagen werken over naar vijf, en aangezien er toch aardig wat geld in het laatje moest komen plakte hij er ook vaak nog dagen in het weekend aan vast.
Enerzijds nam Karin zijn offer heel graag aan, anderzijds vond ze het ook heel moeilijk. Ze was zo gewend haar eigen boontjes te doppen, en bovendien zag ze ook dat Hans vaak erg moe was. Na anderhalf jaar kreeg Karin iets meer ruimte in haar studie en ze wilde die tijd benutten om ernaast te gaan werken zodat Hans ook wat meer ontlast werd. Hans wilde daar niets van weten. Hij hield het prima vol zei hij, en zij kon die tijd gebruiken om een beetje te ontspannen naast haar studie.
Een jaar later verbrak Karin de relatie. Ze kon niet precies aangeven waar het mee te maken had, ze hield nog steeds van Hans, maar het was voor haar niet meer vol te houden. Ze begreep het zelf ook niet. Hun vrienden waren enorm verontwaardigd. Hoe kòn ze! Alles had Hans haar gegeven en hij hoefde er niets voor terug te hebben. Sterker nog, hij wilde er niets voor terug. En dit was haar dank?
Disbalans
Vanuit de wetmatigheden van het systemisch werk is dit heel begrijpelijk, bijna onvermijdelijk zelfs. Tussen gelijkwaardige partners dient er namelijk een balans te zijn tussen geven en nemen. Wanneer hij geeft aan haar, ervaart zij onbewust een schuldgevoel, een ‘in het krijt staan’. Dat wakkert de behoefte aan om terug te geven, en liefst wat meer. Dat maakt dat zij zich weer ‘onschuldig’ voelt, en hij zich ‘schuldig’. Dus gaat hij weer teruggeven, en liefst wat meer. En zo, met deze levendige uitwisseling, groeit de liefde en de binding.
Wanneer iemand onschuldig wil blijven en alleen wil geven en niets wil nemen ontstaat er een disbalans. Degene die meer en meer ontvangt en niets terug kan of mag geven gaat een groeiend schuldgevoel ervaren, dat zo sterk kan worden dat het niet meer uit te houden is. Het enige dat dan nog overblijft is vertrekken. Ondanks de liefde die er is. Alleen wanneer beide partners bereid zijn zich schuldig te maken is er groei mogelijk in de relatie. Wie onschuldig wil blijven mist de aansluiting.
Nog geen reacties