Welkom broeder, welkom
Yusuf stond stilletjes in de deuropening en keek naar zijn ouders die samen op een tot de draad versleten bank naar de tv zaten te kijken. Lusteloos en afwezig. Om elf uur in de ochtend. Hij kreeg tranen in zijn ogen en sprak geluidloos een gebed. Hij keek nog één keer de armoedige kamer rond, draaide zich om en liep de deur uit. Hij liep over de kale lawaaiige gang naar de uitgang van de flat.