Welkom broeder, welkom
Yusuf stond stilletjes in de deuropening en keek naar zijn ouders die samen op een tot de draad versleten bank naar de tv zaten te kijken. Lusteloos en afwezig. Om elf uur in de ochtend. Hij kreeg tranen in zijn ogen en sprak geluidloos een gebed. Hij keek nog één keer de armoedige kamer rond, draaide zich om en liep de deur uit. Hij liep over de kale lawaaiige gang naar de uitgang van de flat.
Zijn contactpersoon wachtte hem al op om hem naar het vliegveld te brengen. Snel reden ze de troosteloze wijk uit en konden meteen de snelweg op draaien. “Je ouders zullen trots op je zijn mijn broeder”, sprak de chauffeur. Yusuf knikte, en hield zijn blik op de weg gericht.
Toen Yusuf na een lange maar probleemloze reis in Syrië aankwam stonden een paar mannen hem op te wachten. De oudste liep glimlachend en met gespreide armen op hem af. “Welkom mijn broeder, welkom!” sprak hij warm, en beide mannen omhelsden elkaar. Ook de andere mannen spraken deze woorden en omhelsden Yusuf. Na een lange rit met een jeep kwam de groep aan in een kamp van de IS. Er waren die dag meer jongens als Yusuf aangekomen, en ‘s avond was er een feest om ze welkom te heten. Ze omhelsden vele andere mannen, kregen te zien waar ze sliepen en hoorden wanneer hun gevechtstraining zou beginnen.
Terwijl Yusuf in het zand zat en om zich heen keek naar de kampvuren, de tenten en naar zijn nieuwe broeders, werd hij overweldigd door een groot gevoel van vervulling en begon te huilen. De man die naast hem zat sloeg lachend zijn arm om hem heen en zei “je bent nu thuis, mijn broeder, je bent thuis”. “ja”, zei Yusuf zacht, “ja, ik ben thuis”. Langzaam keek hij de man aan en zei: “voor Allah en voor jullie wil ik mijn leven geven”, en hij meende dit uit de grond van zijn hart.
Erbij horen
Het ‘erbij horen’ is een diepe menselijke behoefte. Waar komt die diepe behoefte vandaan? Als kind ben je kwetsbaar en volkomen afhankelijk van je familie, en zal je dan ook alles doen om erbij te horen’. Zonder je familie overleef je het immers niet. Ook in de oertijd moest je bij een groep horen om te kunnen overleven. Buitengesloten worden uit de groep betekende een gewisse dood.
Ook speelt de diepe liefde en binding die het kind met de familie voelt hierin een rol. Dit maakt dat het kind volkomen bereid is zichzelf, onbewust, voor die familie op te offeren.
Wanneer een jonge man zoals Yusuf opgenomen wordt in een groep, gezien en gewaardeerd wordt, en er dus helemaal bij hoort, ervaart hij een diepe vervulling, een ‘thuis komen’. Yusuf is dan ook bereid om voor deze groep te sterven.
Nog geen reacties