Sjamanen

Sjamanen

Met enige regelmaat hoor ik mensen enthousiast vertellen over ‘hun’ sjamaan. “Ik heb het mijn sjamaan gevraagd en die zei….” Meestal betreft dit dan een West-Europese versie. De eerste keer dat ik er eentje in levende lijve voor me zag, en er zelfs even mee gesproken heb, was op La Gomera, een klein Canarisch eilandje waar ik een jaar gewoond heb.

Ik zat op een muurtje langs een promenade te genieten van de zee toen ik een zacht klingelend geluidje gewaar werd. Ik draaide me om en zag een man van een jaar of twintig in een lang, wit gewaad dat behangen was met symbolische toestandjes, en in zijn hand droeg hij een lange staf met belletjes. Hij was in het gezelschap van een aantal normaal geklede jongelui die erbij liepen alsof deze verschijning de normaalste zaak van de wereld was.
Ik dacht eerst dat dit om een door mij niet begrepen grap ging, en ik maakte dan ook een wat lacherige opmerking naar de man. In het Duits, wat goed gegokt bleek te zijn. Eén van zijn vrienden/volgers zij heel ernstig tegen mij dat het hier een sjamaan betrof. “Een sjamáán”, zei ik, terwijl ik verbijsterd in het gladde, jeugdige gezicht van de heiligman staarde. Gelukkig had de sjamaan wel het fatsoen om er enigszins schaapachtig bij te grijnzen, maar verder leek het allemaal erg serieus. “Wat doe jij dan” vroeg ik. Dat bleek met name te maken hebben met het in balans brengen van de verstoorde natuur van het eiland, iets met de energie van de zee en zo nog wat zaken. Mezelf oefenend in het ‘niet oordelen’ knikte ik. Bedachtzaam.

Heel veel later, toen mijn eigen bewustzijn voorzichtige stapjes buiten de mij bekende terreinen begon te zetten, heb ik vaker over sjamanen horen spreken. Ik had mij, zoals vele zoekenden, wat verdiept in het sjamanisme en kwam er al snel achter dat sjamaan worden nu niet bepaald een sinecure is. Niet bepaald iets is wat je zomaar even leert. Bovendien werden de sjamanen (in de versies waar ik over gelezen heb) ‘uitverkoren’, meestal op zeer jeugdige leeftijd. Vervolgens werden ze leerling van de dienstdoende sjamaan en ondergingen ze een lange en harde scholing van zuivering, grote fysieke inspanningen, zware ontberingen en het leren van ingewikkelde riten. Na een jaar of dertig leken ze er aan toe om zelfstandig aan de slag te gaan. Ik las zelfs een verslag over een Siberische sjamaan, die op zeventig jarige leeftijd eindelijk het gevoel had dat hij zich nu voorzichtig sjamaan mocht noemen. Ik bedoel maar.

Ik vind het een goede zaak dat mensen zich met sjamanisme bezig houden. Er zit een schat aan wijsheid, ervaring en afgestemd zijn op het mysterie van het leven binnen sjamanisme die juist voor de moderne mens heel waardevol kunnen zijn.
Wanneer je aansluiting kan vinden op de grote en oude collectieve velden van de volkeren die zich hier al duizenden jaren mee bezighouden kan er wellicht wat in de ziel gebeuren. Wanneer je dit kan bewerkstelligen door het toepassen van sjamanistische rituelen is dat natuurlijk mooi, en het zal zeker van de begeleider vergen dat hij of zij zelf door de nodige processen is gegaan. Immers,  je kan je cliënt niet verder meenemen dan tot jouw eigen grenzen. Verdiep je vooral in het sjamanisme, werk ermee en help er anderen mee, maar noem jezelf alsjeblieft geen sjamaan. Dat ben je namelijk niet.

Nog geen reacties

    Reageer op dit artikel

    Top