Mijn chef

Mijn chef

Albert verheugde zich enorm op zijn nieuwe baan. Bij het sollicitatiegesprek voelde hij meteen veel sympathie voor zijn nieuwe chef Hans, en dat leek ook wederzijds te zijn. Qua vaardigheden en niveau kon Albert zijn nieuwe baan goed behappen en er waren voldoende uitdagingen om het interessant te houden. En zijn baas bleek echt helemaal geweldig; behulpzaam, begripvol, veel humor en flair.

Wat een kerel! Hij voelde zich zo gezegend, dat hij er bijna een brok in zijn keel van kreeg. Laatst nog, toen weken van overwerken zich beloonde in de vorm van het binnenhalen van een grote order, noemde Hans hem in de wekelijkse afdelingsvergadering nog gekscherend ‘Albert de Geweldige’. En ook al was het half een grapje, Albert glom van trots en moest toch even wat wegslikken.
Twee weken later kreeg Albert thuis problemen die de nodige aandacht behoefden en daardoor kon hij wat minder op z’n werk zijn dan gebruikelijk. Hans had daar alle begrip voor.

Echter, door de toestanden thuis was het voor Albert ook moeilijker om zijn concentratie op zijn werk te focussen en begon hij fouten te maken. Hans sprak Albert daar op aan en met een rood hoofd beloofde Albert verbetering. Echter, de stress liep alleen maar op en daarmee ook het aantal fouten dat Albert maakte. Uiteraard zag zijn chef zich genoodzaakt om in te grijpen, en er volgde een één op één gesprek. Daarin kreeg Albert te horen dat hij ‘in ieder geval voor het moment’ uit zijn huidige functie ontheven werd en tijdelijk wat minder verantwoordelijkheden kreeg.
Hoewel Hans tijdens het gesprek niet onvriendelijk was, liet hij aan duidelijkheid niets te wensen over.

Albert was helemaal van de kaart. Tranen brandden achter z’n ogen en hij voelde zich zijn wereld instorten. Hoe kòn Hans dit doen! Zag zijn chef dan niet in welke positie hij zich verkeerde, kon hem dat dan helemaal niets schelen! Hij had enorm zijn best gedaan voor Hans, en was dit dan zijn dank? Wat een gewetenloze, keiharde schoft!

Ouderprojectie

Zwaar ontgoocheld meldde hij zich de volgende dag ziek en drie weken later nam hij ontslag. Gelukkig had hij al weer wat gesprekken met een mogelijke nieuwe werkgever achter de rug, die heel goed waren verlopen.
Zijn nieuwe chef leek wel een wat strenge, maar zeer integere man en hij voelde onmiddellijk veel sympathie voor hem. Enthousiast, misschien zelfs ietwat euforisch begon Albert een week later bij zijn nieuwe chef. En drie weken later wist hij; voor deze man ging hij door het vuur!

Een ‘ouder-projectie’ komt op de werkvloer tamelijk veel voor. In de directeur, chef of manager wordt dan vaak de ideale ouder gezien die je in je jeugd hebt gemist. Je chef wordt dan ineens de vader of moeder die je ècht ziet, die je helpt en ondersteunt, die voor je zorgt en je complimenten geeft.
Helpend is dan de zin: “Ik dacht even dat je mijn vader (of moeder) was, maar je bent alleen maar mijn chef. Meer niet.”

Nog geen reacties

    Reageer op dit artikel

    Top